VAN HET OETZTAL NAAR DE JULISCHE ALPEN : JULI 2016.
Juli is mijn uitgesproken maand om de bergen per fiets te verkennen. Froome maakt weer brokken in de Tour de France , en na slechts 1 thuisdagje , terug van Barcelonnette worden de koffers herschikt voor een twaalfdaagse reis naar Oostenrijk en Slovenië. Een "dubbel" vakantie , want samen met de vrouw staan er mooie bergwandelingen op het programma. Ook de fiets zal zeker niet ontbreken. Na de 2000-ers in het Parc van de Mercantour wachten er enkele kleppers diep in het Oetztal en de Julische Alpen.
Zondag 17 juli : Iets na de middag pauzeren we in Marnheim , ergens tussen Mainz en Kaiserslautern, Duitsland. In dit "vlakke" land ligt de Donnersberg te pronken in de warme zomerzon. Deze helling telt mee voor het BIG klassement en klimt naar een hoogte van 649 meter. Over 14km gaat het gemiddeld aan 4% . Het eerste stuk is mooi, door de graanvelden en met zicht op de top waar we naartoe moeten . Net voorbij het dorp Dannenfels gaat de weg linksop voor de laatste 3km. Hier is het werken geblazen met percentages tot 12% . Door het bos kom ik aan op een grote parkeerplaats, met uitkijktoren en het Waldhaus Donnersberg. Verder is er niet veel te beleven. Snel afdalen maar weer en verder op weg naar het doorreishotel in Ettlingen.
Maandag 18 juli: De zomer is paraat en dat doet deugd na een vrij nat voorjaar. De echte bergen zijn in zicht gekomen,een tweede reden om gelukkig te zijn. Voorbij Reutte zetten we de wagen aan de kant en test ik de racefiets op de klim naar Berwang. Vanuit Bichlbach slechts 5km klimmen naar een hoogte van 1353m, een makkie naar Oostenrijkse normen. Maar het gevoel om terug in de echte bergen te rijden en het zomerweer geven me vleugels. Gemiddeld 6% is de klim en vooral aan de linkerzijde zijn er enkele prachtige vergezichten op de groene Tiroolse Alpenweiden.
Spoedig zetten we onze reis verder naar de eindbestemming , diep in het Oetztal , het bergdorp Obergurgl. De vallei is tot op de top van de Timmelsjoch bijna 50km lang. Voorbij het laatste grote dorp, het bekende Solden gaat de weg stevig omhoog en net voor de eigenijke bergpas, waar de Timmelsjoch begint , is er rechts een afslag naar Obergurgl. Hier logeren we voor enkele dagen in het schitterende en van een goeie service voorziene hotel Enzian. Tal van wandelingen vertrekken vanuit deze mooie locatie , naar bijvoorbeeld de Hohe Mut en de Schonwiesshutte. We maken de komende dagen gebruik van onze wandelschoenen én het mooie weer .
Woensdag 20 juli: Ik maak me klaar voor wat de koninginnerit moet worden van deze 12-daagse door Oostenrijk en Slovenië. De tocht naar de top van de Rettenbachferner én de Timmelsjoch. Vooral de eerste boezemt me onzekerheid in. Ik herinner me nog levendig de beelden uit de Ronde van Duitsland en veel recenter die uit de Ronde van Zwitserland, waar de profrenners zich als mieren naar boven werken , of sleuren ? In ieder geval is de klim naar de Rettenbachgletsjer één van absolute "buiten categorie". De cijfers spreken voor zich : Vanaf Solden overwin je 1400 hoogtemeters over 13km, wat neerkomt op een gemiddelde van bijna 11% ..... en daarenboven ligt net voorbij het tolstation "Die Strasse des Todes" (zelf gevonden!) , een stuk bergop van bijna 2km aan +13% ...... rechtdoor ....
Opeens realiseer ik me weer deze ochtend waarom die klim me al enkele maanden bezig houdt. Maar : de fietsweek in Barcelonnette moet me conditioneel goed gedaan hebben , een geruststelling. Het weer zit alvast 100% op deze 20ste juli , dat is al een voordeel voor een col die op 2800m hoogte eindigt . Vooreerst moet ik een eind afdalen naar het begin van het Oetztal. Het is fris om 8u30 in de ochtend, windvest stevig aan en naar beneden. In Langefeld kan ze weer uit en maak ik rechtsomkeer. De lange vallei gaat op en af , maar tot Solden is het echter niet meer dan vals plat. De eerste 23km kan er tempo gemaakt worden. Het Oetztal is er eentje van uitzonderlijke schoonheid, spijtig dat er (soms) veel verkeer doorkomt, maar dat valt vanochtend goed mee. Voorbij het drukke centrum van Solden gaat de weg stevig omhoog aan 8% , de opwarming is begonnen. Iets later , net voor een flauwe bocht naar links geven twee grote borden de afslag aan van de Oetztaler Gletsjerstrasse, de weg naar de Retten- en de Tiefenbachferner ! Hier gaat de weg rechtsaf stevig de hoogte in. Klein schakelen vooraf is geen overbodige luxe. Met gezonde adrenaline en het "eerste schoolreis gevoel" kan ik er eindelijk aan beginnen !
Veel haarspeldbochten zijn er niet en de tweede kilometer hakt er stevig in aan meer dan 13% gemiddeld. Intussen is het warmer geworden en druppelt het zweet overvloedig op de bovenbuis van de Canyon. Rechts krijg ik wel een schitterend panorama cadeau over Solden en de vallei , maar verder vergt de klim opperste concentratie en dosering. Het gaat me wonderlijk goed af, gevolg van de maandenlange fiets- en looptrainingen. Ik haal zeker ook mijn voordeel uit de fietsweek in de Alpen van de week ervoor. Tot voorbij de 5de kilometer blijft de weg oplopen tussen de 12 en 14% , het tempo ligt (uiteraard) niet hoog, maar de ademhaling is alvast onder controle. Nog steeds heb ik het gevoel dat zulke cols , lang en steil , me echt wel liggen. Net voor het tolstation gaat het voor enkele honderden meters naar beneden. Helaas moeten deze later ook weer overwonnen worden. Als fietser mag je gratis door, wat een voorrecht op deze schitterende weg. Gedaan met lachen want nu komt het deel waar zelfs de profrenners wel slakken lijken..... Na een veerooster kondigt zich een recht stuk aan, sidder en beef, want de volgende 3 kilometer gaat de percentage meter niet meer onder de 13% ...... Blik op oneindig, of toch niet, want het gebergte links en rechts is van een uitzonderlijk mooi gehalte.... Tegelijk kijk ik rond en probeer me op de weg te concentreren, zo breed is die ook niet. De eeuwige sneeuw van de Rettenbachgletsjer komt steeds dichterbij en na het zware stuk komen de laatste vier haarspeldbochten (allemaal mooi genummerd) als een zegen. Niet dat het makkelijker wordt, dit "overgangsgedeelte" gaat nog steeds aan 9% omhoog.... Wanneer ik de laatste bocht genomen heb, opent zich een wereld van sneeuw en ijs. Dit is de hemel denk ik even, of toch zeer dichtbij. Het laatste stukje naar de skilift op 2670 meter gaat rechtdoor en valt nog mee. Gelukkig is de weg zelfs drievaks breed, want voor me rijden twee lotgenoten zigzaggend over weg.... Een wonder dat ze hier geraakt zijn. Aan de skilift lag de finishplaats van de rit in de Ronde van Zwitserland dit én vorig jaar, maar ik moet nog even door. Rechtsaf gaat het asfalt verder omhoog, wordt smaller en minder comfortabel met enkele steentjes en putten , maar zeker nog te doen. Opnieuw is het werkendag, want de finale van 2km is er eentje om in te kaderen aan 12% gemiddeld . Elke bocht is hier een zegen, elk uitzicht een postkaart, ik word er zowaar emotioneel van ... Plotseling sta ik na een haakse bocht naar links op een grote parkeerplaats , vlak voor de enorme gletsjer.
IK BEN ER !!
..................................... De voldoening is groot, de klim naar de Rettenbach is een must do, maar één goede raad: doe het op een mooie zomerdag, zodat je net zoals ik vandaag tenvolle kan genieten.
Op de parking staat een soort van monument met als opschrift : "Höchster Strassenpunkt Europas" ; 2798,16 meter... Doch dit is voor discussie vatbaar. De Col de la Bonette , die ik een weekje vroeger bedwong claimt 2802 meter hoog te zijn, de Fransen moesten hier wel hun pasweg (kunstmatig) hoger leggen.... En de Pico de Veleta in Andalusië (Spanje) kan je geasfalteerd op fietsen tot op 3384 meter hoogte. Al gaan er meer en meer geruchten dat het asfalt van deze Veleta de laatste 10km niet veel soeps is en je best met een MTB omhoog rijdt. Enfin , de klim naar de Rettenbachferner staat zeker in de top drie , qua geasfalteerde wegen in Europa. En laat de Col de la Bonette de hoogste pas zijn , want uiteindelijk is dat geen doodlopende weg..... Feit is dat deze klim mijn achtste +2000-er is deze vakantie, ook een absoluut persoonijk record.
Een gezinnetje uit Ieper fotografeert me bij het monument op de parking. Het uitzicht is 360° fenomenaal, maar vooral richting vallei spectaculair. Na een tijdje daal ik voorzichtig af, stop nog even in de winkel bij het skistation en haal snelheid op het lange stuk richting tolstation. Al snel ben ik terug in Solden. De rit wordt vervolgd op de B186, rechtsaf richting Obergurgl. Nu bevind ik me op de klim naar de Timmelsjoch, een grenscol, die vooral langs de Italiaanse kant spectaculair is. Tijdens ons verblijf in Zuid-Tirol twee jaar geleden stond ik al eens aan de voet langs de zuidkant , maar regen en mist blokkeerden onze plannen. De Passo del Rombo is de Italiaanse naam voor deze Timmelsjoch. De col is vooral bekend als slotklim uit de cyclo "Ötztaler Radmarathon" , één van de zwaarste eendagstochten voor wielertoertisten.
Voorbij Zwieselstein volgt een lastig stuk met enkele galerijen. Bij de afslag naar Obergurgl rij ik snel even naar ons hotel om een beetje te eten en Carine te vergezellen. Lang duurt de pauze niet. Wanneer ik de weg van de col verder zet, begint er een vervelend zwaar stuk. Is het de warmte of de Rettenbach die nog in mijn benen zit, maar de percentages tussen de 8 a 9% voelen veel zwaarder aan dan ze in werkelijkheid zijn. Het laatste skidorp voor de top is Hochgurgel. Hier mildert de klim en snel daarna passeer ik het tolstation. Daarna volgt een afdaling van een 2-tal kilometer. Ik weet nu al dat dit stukje straks pijn gaat doen. Na de afdaling gaat de bergwereld helemaal open en tekent een kaarsrechte asfaltweg een lijn dwars door de vallei. Dit is hét mooiste stuk van de klim ! De laatste 6km zijn vrij egaal, tussen de 7 en 9%. Het is genieten onder een azuurblauwe hemel. De bochten die verder naar de top leiden zijn allemaal genummerd en volgen elkaar mooi op. Het asfalt is daarenboven van een uitstekende kwaliteit. Even later sta ik op de pashoogte en de grens tussen Oostenrijk en Italië. Het is er gezellig druk. Na de foto's en de aankoop van een souvenir rij ik terug naar het hotel. Met de stevige "knik" aan 8% naar het tolstation en de korte klim naar Obergürgl sluit ik een onvergetelijke fietsdag af met twee nieuwe +2000-ers , met op de teller 99km en 3043 hoogtemeters.
Met de Rettenbach en de Timmelsjoch erbij heb ik nu de vier hoogste van Oostenrijk op mijn palmares staan. (andere twee zijn Kaunertaler Gletsjerstrasse 2010 en Grossglockner 2009). En ik weet.... het wordt moeilijk kiezen welke de mooiste rit is van 2016....
De dag erna wandelen we een laatste keer in de prachtige Oostenrijkse Alpen en op 22 juli rijden we via Salzburg en Villach richting Slovenië....
Hotel Spik in Gozd Martuljek wordt onze standplaats voor de komende zes dagen. De Julische Alpen zijn een gebied dat zich uitstrekt vanaf de Italiaanse en Oostenrijkse grens tot het meer van Bled. Het is landschappelijk echt de moeite , want het gesteente lijkt enorm op de Dolomieten met als hoogste top de Triglav (2864 meter).
Hier plan ik nog enkele fietstochten, maar het weer zal een beetje spelbreker worden...
Met Carine maak ik mooie ochtendwandelingen in de warme zomerzon. De dag na aankomst (zaterdag 23 juli) maak ik me klaar voor de klim naar de Vrsic pas op 1611m hoogte. In de lange vallei ligt een uitstekend breed fietspad, weg van de drukke baan. Dit pad loopt helemaal door tot een stuk in Italië. Na 4km ben ik in het mooie Kranjska Gora , het grootste dorp in buurt. Linksop begint de klim en baant zich een weg door het gezellige centrum naast een mooie waterval en even later langs het prachtig gelegen meertje van Kranjska. De eerste vier kilometer stijgen vrij onregelmatig, met stukjes tot 12% , maar ook vals plat. Opvallend zijn vooral de 24 genummerde haarspeldbochten die allemaal geplaveid zijn in kleine kasseien ! Dat wordt toch een beetje uitkijken straks in de afdaling. De bochten maken de klim tot een bijzondere belevenis. Wanneer de laatste huizen gepasseerd zijn , rij ik door het bos, maar geven de enorme rotsblokken stilaan hun geheimen prijs. De weg is intussen niet veel soeps meer, geasfalteerd dat wel , maar her en der gebrekkig gerestaureerd. Na bocht 6 bevindt er zich een Russische kapel. Later op de week vernemen we dat de Russische president Poetin hier een bezoek zal brengen aan deze kapel, de dag nadat we huiswaarts keren. De kapel is opgericht ter ere van gestorven Russische soldaten die destijds omkwamen in een lawine toen ze de Vrsic pas aan het aanleggen waren. Voorbij de kapel volgen de bochten snel op elkaar en worden de uitzichten zeer indrukwekkend. Hiermee kan de klim vergeleken worden met de Passo Sella in Italië. Het enorme gesteente kijkt dreigend op je neer, en de opkomende bewolking maakt het allemaal nog wat dreigender. Er volgen ook twee enorm zware stroken , waar de weg even oploopt tot 17% en waar ik alle zeilen moet bijzetten om er heelhuids door te komen. Dan mildert de klim gelukkig weer, maar de finale die mag er zijn ! De laatste 3km blijven steevast tussen de 10 en zelfs 13% de hoogte ingaan, de fascinerende bergen doen de pijn verzachten. Dit gebergte is moeilijk te verwoorden, zo machtig is zijn gesteente en schakeringen. Het laatste stukje voorbij bocht 24 is supersteil en ik ben content dat ik boven ben. Langs de andere kant van de col kijk ik recht in het Triglav National Park, spijtig dat de bewolking het uitzicht minder mooi maakt. Hier neem ik toch even de tijd om eens goed rond te kijken , het leven is te kort om dat niet te doen. De afdaling wordt zeer voorzichtig ingezet en de kasseibochten neem ik stapvoets. Mijn eerste in Slovenië blijft echter onvergetelijk ...
De volgende dagen speelt het weer ons parten. In de voormiddag maken we steevast wandelingen bij zeer warm zomerweer, in de namiddag is het koekenbak met regen en soms onweer. Dit doet me de plannen een beetje wijzigen. Op 24 juli besluit ik de fiets in de wagen te droppen en naar de voet te rijden voor BIG 977 , die naar het kasteel van Bled. Mijn voorgevoel geeft me gelijk. Op onze thuisbasis regent het volop, Bled ligt bijna 40km oostwaarts en daar is het (nog) droog. Ik start net voor het drukke stadje en doe de klim van amper 1,5km door de wandelende toeristen met de laatste honderden meters aan 15%. Boven aan het kasteel is het druk. Daarna neem ik nog wat foto's aan het meer en rij huiswaarts.
Op maandag 25 juli doe ik een korte , maar zeer steile klim naar het dorp Srednji Vrh, waar het uitzicht op de bergen en ons hotel gewoonweg prachtig zijn. Het weer blijft echter zeer wisselvallig en daarom waag ik me niet aan +2000-ers. Vooral de klim naar de hoogte van Mangart staat nog op mijn lijstje , maar de wind, de regenkansen en het mindere wegdek de laatste kilometers doen me niet vertrekken. Spijtig, ik zal nog eens moeten terugkomen. Maar er is nog een alternatief. Een goeie 50km oostwaarts ligt de klim naar de hoogte van Crnivec. Dus laad ik de fiets nog eens in de wagen voor de verplaatsing naar het dorpje Stahovica. Hiermee maak ik ook kennis met het Sloveense binnenland dat er echt wel mag zijn. Langzaam gaan de Julische Alpen over in een golvend landschap. Op 26 juli is het in de bergen bewolkt , maar zomerweer op de golvende heuvels. Ik begin dus met mooi weer aan de 11km lange klim die je nog het best kan vergelijken met een mooie Vogezen col. Rustig is de weg in ieder geval , een zaligheid ! De aanloop is zeer gemoedelijk aan 3 a 4% , het middenstuk bestaat uit enkele mooie bochten en een paar steilere stukken, die zelden boven de 10% gaan. Het laatste stukje gaat door een mooi woud en de top ligt aan een viersterren hotelletje waar het aangenaam vertoeven is . Het verbaasd me niet dat er nog wielertoeristen omhoog rijden, want je kan deze klim moeilijk hooggebergte noemen. Weer een BIG (879) bij op mijn palmares. Het weer blijft onverwacht bestendig vandaag en aangenaam van temperatuur. In de namiddag rij ik over het prachtige fietspad van ons hotel in Gozd Martuljek naar Italië tot bijna in Tarvisio. Via een mooi zijweggetje klim ik even later aan 10% naar de hoogte van de Laghi di Fusine. Twee mooie bergmeren die zich verschuilen net voor de grens met Slovenië. Het is er gezellig druk en toeristen rijden er aan en af. Net voor 17u rond ik de dubbele fietstocht van vandaag af en begint het weer even te druppelen.
Op vrijdag 29 juli vatten we onze terugreis aan met een grenscontrole tussen Slovenië en Oostenrijk en een tussenstop in de Duitse regio Mittelfranken. In Wassertrudingen brengen we nog een nacht door in het mooie nieuwe en zeer fietsvriendelijk Hezelhof's Radl Hotel. Op een 10-tal km hiervan ligt de klim naar de Hesselberg, ooit nog in het parcours opgenomen van de Ronde Van Duitsland en meetellend voor het BIG Cycling klassement. (BIG 164). Ik fiets langs de rechte weg richting Gerolfingen naar de voet. Aangezien een fietspad ontbreekt zoeven de wagens me aan 100km/u voorbij. Content dat ik even later rechts bergop kan naar de top van de 3km lange klim. De weg stopt boven en dus is er vanaf nu bijna geen auto meer te bespeuren. De eerste kilometer gaat nog gemoedelijk aan 8% maar vooral het middenstuk van km 2 is steil tot 15%. Het is wel genieten , topzomer dagje en een brede rustige weg met een prachtig uitzicht aan de rechterzijde. Boven is er een ruime parking en een panorama van 360° . Even uitblazen en daarna volop genieten. De afdaling is snel en de lange rechte weg terug naar het hotel gaat vals plat naar beneden. Een mooie klim om deze vakantie af te sluiten .
Totaal aantal fietskilometers : 267
Totaal aantal hoogtemeters : 6090
Gpx files op eenvoudig verzoek te verkrijgen via : [email protected]
Foto's : zie onder (klik op de foto's voor meer info)